Er werd besloten om de werkkleding te dragen die rond 1920 werd gedragen in de Nederlandse vissersplaatsen aan de Noordzee, Waddenzee en toenmalige Zuiderzee.
Museum conservator Caroline Hack, één van de oprichtsters, ging hierover gegevens verzamelen om de werkdracht zo origineel mogelijk na te kunnen maken. Hiervoor werden door de leden verschillende musea bezocht en er werd oude gedragen kleding opgekocht. De meeste leden maakten hun eigen dracht.
Bestond het koor bij de oprichting uit 10 leden al gauw werd het aantal uitgebreid tot 17 en momenteel telt het koor 20 leden. De leden komen niet alleen uit Hindeloopen, maar zijn ook afkomstig uit de omliggende steden en dorpen. Elke donderdagavond wordt er geoefend in gebouw Irene in Hindeloopen.
Repertoire: Het brede Nederlandstalige en Friese repertoire bestaat uit liedjes over de zee en zeelui, vis en vissers, liefde vreugde en verdriet van vissersmeisjes en -vrouwen. Elk koorlid verbeeld een plaats, niet alleen in kleding, maar ook qua naam. Plaatsen en namen als Jochine uit Paesens – Moddergat, Sijtje van Marken e.d. komen bij Grietje Sprot weer tot leven.